By Berry van Sonsbeek, September 2020
Nu de contouren van het Pensioenakkoord wat meer vorm hebben gekregen staan we voor een paar mooie uitdagingen die niet los van elkaar kunnen worden gezien.
Één van de uitdagingen is het invaren van de oude rechten in het nieuwe contract. In het Pensioenakkoord zijn daar twee methoden voor uitgewerkt: De standaardmethode, en Value Based ALM. Daarbij meteen opgemerkt dat deze regels niet van toepassing zijn voor pensioenregelingen ondergebracht bij een pensioen-verzekeraar of bij een PPI. Verder rijst de vraag welke van de genoemde methodes het beste bijdraagt aan het (opkrikken van) vertrouwen van deelnemers in de sector.
Als een deelnemer van werkgever wijzigt, krijgt hij bij individuele waardeoverdracht van het pensioen van de oude naar de nieuwe pensioenuitvoerder een bedrag mee vastgesteld volgens de regels van het individuele wettelijke waardeoverdracht circuit. Als er middels een Collectieve Waardeoverdracht rechten worden overgedragen naar een pensioenverzekeraar, dan wordt er veelal gerekend met een rente-curve, die is afgeleid van de SWAP Curve, om vast te stellen wat de waarde is van de opgebouwde aanspraken. Zo zijn er al twee extra methodes om de waarde van opgebouwde pensioenen vast te stellen.
Bij alle vier de methodes kan er sprake zijn van het herverdelen van de aanwezige middelen over generaties. Want, laat helder zijn, het geeft vier verschillende uitkomsten. Wanneer is er sprake van een eerlijke evenwichtige verdeling van de middelen en in hoeverre is er sprake van een evenwichtige belangenafweging?
Onder de motorkap blijft het voor de deelnemers een motor waarvan ze niet weten hoe die in elkaar zit en of ze wel de voor hun beste motor met de meeste power hebben gekregen om met een goed perspectief te starten in de nieuwe wereld!
In het huidige systeem maken we geen onderscheid in hoe er belegd wordt per generatie. En als er geïndexeerd wordt of pensioen verlaagd moet worden, worden in principe alle deelnemers op dezelfde manier behandeld. In het nieuwe systeem worden er rendementen toegerekend alsof er per leeftijdscohort verschillend wordt belegd. Kortom ook daar zit een wijziging. Het zal in het nieuwe systeem zo uit kunnen pakken dat de pensioenen voor jongeren beweeglijker worden dan voor ouderen. Op zich niet onverdedigbaar omdat voor jongeren een langere horizon geldt dan voor ouderen. Maar mag je daar bij het invaren met Value Based ALM rekening mee houden terwijl tot op heden dat onderscheid niet is gemaakt? Dat zijn zo maar wat dilemma’s.
Dan toch maar middelen verdelen waarbij opgebouwde pensioenen worden gewaardeerd op pure marktwaarde alsof ze zouden worden gegarandeerd en worden overgeheveld naar een verzekeraar?
Wellicht toch goed eens na te denken over een methode waarbij de oude opgebouwde pensioenen bij de transitie puur op marktwaarde worden vastgesteld. Eventuele tekorten of overschotten worden dan naar rato van de waarde per individu verdeeld over de deelnemers. Immers nu in het huidige systeem wordt bij het toerekenen van rendementen geen onderscheid gemaakt in de leeftijd van deelnemers. Dan sluit je het oude systeem wellicht evenwichtiger af.
Aan elke keuze zitten voor- en nadelen. Echter, welke methode er ook gekozen wordt, als een deelnemer erom vraagt, zul je het in begrijpelijke taal uit moeten kunnen leggen en er moet gewaarborgd worden dat de gekozen methode een evenwichtige verdeling als gevolg heeft. Ik zie hier nog wel voer voor juridische discussies en kansen op claims van deelnemers die zich tekort gedaan voelen.
Wat als er nu sprake is van een contract bij een Pensioenverzekeraar of een PPI?
In het geval het oude contract een DB-regeling is bij een pensioenverzekeraar, is er in beginsel geen sprake van het invaren van oude opgebouwde en gegarandeerde rechten. Dan kan een Collectieve Waardeoverdracht worden overeengekomen naar het nieuwe contract (met individueel bezwaarrecht). Je zit wel vast aan de oude contractcondities die daarover zijn afgesproken met de pensioenverzekeraar. En die zijn per verzekeraar verschillend. Wellicht dat daar uniforme regels voor worden afgesproken tussen de uitvoerders om tegemoet te komen aan de wens om pensioenen bij elkaar te houden in de nieuwe pensioenregeling. Ik kan me voorstellen dat er deelnemers zijn die hun gegarandeerde rechten niet willen overhevelen naar het nieuwe contract. Uit hoofde van het aansluiten bij de wensen van de deelnemer, is een keuze optie aan te bevelen.
Als er sprake is van oude pensioenen in een individuele beschikbare premieregeling bij een PPI of pensioenverzekeraar dan lijkt het een stuk minder complex. Er is immers al sprake van “Individuele potjes” met beleggingen conform het life cycle principe. Dit zou m.i. zonder technische hobbels een op een kunnen worden overgezet naar een individueel beschikbare premieregeling met een vlakke premie. Het kan hooguit zijn dat de samenstelling van de life cycle wat wordt aangepast omdat de premie nu een vlakke premie gaat worden en onder het oude contract een door de jaren heen stijgende premie was. Ook hier geldt weer het individuele bezwaarrecht.
Deel het met je netwerk
Copyright 2019. LETS TALK ABOUT PENSIONS